K & D Accountants
Charles Stulemeijerweg 7
5026 RS Tilburg

T 013 4550935
E info@kdaccountants.nl
BTW NL 8592.259.14.B01

01
APR
2021

Auto van de zaak vijf jaar oud, wat gaat dat privé kosten?

Als uw auto van de zaak vijf jaar oud is, gaat de privébijtelling veranderen. Maar wat betekent dit precies voor u en voor uw werknemers? En wat als u helemaal elektrisch rijdt? Helaas zullen deze kosten niet dalen. Voor wie niet?

Bijtelling privégebruik auto van de zaak

Als u of een van uw werknemers in een auto van de zaak rijdt, is de bekende bijtelling van toepassing. Dit is een vast percentage van de cataloguswaarde en wordt pas na vijf jaar herzien. Concreet betekent dit dat er voor auto’s die in 2016 voor het eerst op kenteken zijn gezet, dit jaar (2021) iets gaat veranderen, maar wat precies?

Bijtelling in 2016. Als een auto van de zaak in 2016 voor het eerst op kenteken was gezet, was de bijtelling afhankelijk van de CO2 -uitstoot. Voor volledig elektrische auto’s bedroeg de bijtelling 4%. Afhankelijk van de omvang van de CO2 -uitstoot bedroeg de bijtelling voor niet-elektrische auto’s 15, 21 of 25%. De bijtelling geldt voor een periode van 60 maanden, te rekenen vanaf de eerste maand na het op kenteken zetten van de auto. Voor een auto die bijv. op 7 april 2016 voor het eerst op kenteken is gezet, geldt de bijtelling uit 2016 dus tot 1 mei 2021.

Wat na vijf jaar?

Na de periode van 60 maanden moet u uitgaan van de wetgeving die dan geldt voor de betreffende auto. Momenteel krijgen alleen nog volledig elektrische auto’s een korting van 10% op de normale bijtelling en alleen nog tot een cataloguswaarde van € 40.000. Voor alle andere auto’s geldt momenteel een bijtelling van 22%, maar deze geldt weer niet voor auto’s van voor 2017. Daarvoor is de normale bijtelling 25%.

Wat betekent dit concreet? Volledig elektrische auto’s uit 2016 krijgen in de loop van 2021 een bijtelling van 15% over de eerste € 40.000 van de cataloguswaarde. Over het meerdere van de cataloguswaarde wordt de bijtelling 25%. Er wordt namelijk een korting van 10% verleend op de normale bijtelling. Voor auto’s van voor 2017 is de normale bijtelling 25% en dus wordt de korting van 10% hierover berekend en komen we uit op: 25% -/- 10% = 15% tot een cataloguswaarde van € 40.000. Over het meerdere wordt de bijtelling dan 25%. De bijtelling van 25% gaat ook gelden voor alle niet-elektrische auto’s. Er bestaat namelijk geen korting meer op basis van een verminderde CO2 -uitstoot en dus gaan alle niet-volledig elektrische auto’s naar een bijtelling van 25%.

Situatie ondernemer. Voor u als ondernemer in de inkomstenbelasting betekent dit dat uw auto waarvoor u bij aanschaf nog een korting op de bijtelling kreeg, duurder wordt qua bijtelling door een hoger bedrag bij de winst te tellen. Alleen als uw bijtelling vanaf 2016 al 25% was, blijft dit gelijk.

Situatie werknemer en dga. Het hiervoor genoemde geldt ook voor werknemers, waaronder dga’s, met een auto van de zaak uit 2016. Dezelfde auto gaat zwaarder belast worden in het loonzakje, waardoor men per saldo netto minder van het salaris overhoudt. U moet als werkgever namelijk de bijtelling inhouden via de loonheffing, dus de hogere bijtelling merkt de werknemer direct in zijn portemonnee.

Wat scheelt dat nu? Hier volgt een voorbeeld van een elektrische auto van € 60.000 en een hybrideauto van € 45.000.

Bijtelling elektrische auto
2016: € 60.000 x 4% €   2.400
2021: € 40.000 x 15% + € 20.000 x 25% € 11.000
Bijtelling hybrideauto
2016: € 45.000 x 15% €   6.750
2021: € 45.000 x 25% € 11.250
   

 

Een auto van de zaak uit 2016 gaat zowel voor u als ondernemer als voor uw werknemer en de dga in 2021 fors meer kosten, behalve als de bijtelling nu al 25% is. Ondanks het fiscale voordeel van een elektrische auto, wordt ook deze helaas fors duurder.

 

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

 

 

28
JAN
2021

Energie- en Milieu-investeringsaftrek in 2021

De Milieu- en Energielijst 2021 zijn gepubliceerd. Daarin staan investeringen vermeld die duurzaam/milieubesparend zijn en in aanmerking komen voor extra belastingaftrek.

Extra fiscaal voordeel.
Onlangs zijn de Milieulijst en Energielijst 2021 gepubliceerd. In deze lijsten staan milieubesparende/duurzame investeringen opgenomen. Voorbeelden zijn duurzame gebouwen, vernieuwende milieutechnieken en energiezuinige transportmiddelen. Ieder jaar vinden er wijzigingen plaats. Daarmee probeert de overheid nieuwe technieken te stimuleren. Zo is de Milieulijst 2021 uitgebreid met allerhande elektrische hulpmiddelen voor de bouw (kranen, hijswerktuigen en machines). Ledverlichting staat al langer op de Energielijst, maar hierbij is nu de langere levensduur de maatstaf geworden.

Op de Milieulijst 2021.
Als u investeert in een bedrijfsmiddel dat voorkomt op de Milieulijst 2021, dan kunt u aanspraak maken op de Milieu-investeringsaftrek (MIA). De MIA levert een extra belastingaftrek van 13,5, 27 of 36% op, afhankelijk van de soort investering. Deze belastingaftrek komt bovenop de reguliere Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Daarnaast kan er soms ook aanspraak worden gemaakt op de Vamil-regeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid om willekeurig af te schrijven op het duurzame bedrijfsmiddel tot een maximum van 75%. De resterende 25% moet op reguliere wijze worden afgeschreven.

Op de Energielijst 2021.
Komt uw investering voor op de Energielijst 2021, dan mag u aanspraak maken op 45% Energie-investeringsaftrek (EIA). Hierdoor kan bijv. een investering van € 15.000 in een kachel voor het verwarmen van uw bedrijfsgebouw met biomassa een extra aftrekpost opleveren van € 6.750.

Tijdig aanvragen.
De aanvraag moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting ingediend zijn via RVO.nl. Het aangaan van een investeringsverplichting is bijv. de datum van de opdrachtbevestiging en niet de offerte-, factuur- of betaaldatum.

2021 is sowieso fiscaal een goed jaar om te investeren. De BIK-regeling zorgt er namelijk voor dat u ook nog een mooie korting krijgt op de af te dragen loonheffing. Laat u anders door ons voorlichten.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.

22
SEP
2020

Bespaar belasting via de herinvesteringsreserve (HIR)

Als u bijv. een machine verkoopt met boekwinst, betaalt u hierover belasting. Maar door gebruik te maken van de herinvesteringsreserve kunt u de betaling ervan spreiden en gebruikmaken van een tariefsvoordeel. Hoe werkt dat dan?

Eerst even vooraf …
Als u een bedrijfsmiddel aanschaft van € 450,– of meer, bent u verplicht om erop af te schrijven. De kosten spreidt u op deze manier over de periode waarin u het bedrijfsmiddel gebruikt. De kostprijs minus de afschrijvingen levert de boekwaarde van het bedrijfsmiddel op. Verkoopt u het bedrijfsmiddel boven de boekwaarde, dan is het meerdere belast als boekwinst. Door echter gebruik te maken van de herinvesteringsreserve (HIR) kunt u voorkomen dat u direct over de boekwinst moet afrekenen. De HIR levert u dus een rente- en liquiditeitsvoordeel op, omdat u pas op een later tijdstip belasting betaalt. Bovendien geniet u tijdelijk ook van een tariefsvoordeel.

Hoe werkt de HIR?
Als u de HIR gebruikt, mag u de boekwinst van het verkochte bedrijfsmiddel afboeken op een nieuw bedrijfsmiddel dat u terugkoopt. Hierdoor worden de afschrijvingen daarop lager.


Voorbeeld.
U verkoopt een vrachtauto met een boekwinst van € 50.000. Hiervoor vormt u een HIR. U koopt een nieuwe vrachtauto terug van € 200.000. De HIR van € 50.000 boekt u af op de prijs van de nieuwe vrachtauto. U schrijft de vrachtauto af in vijf jaar. De restwaarde is € 20.000.

Jaarlijkse afschrijving zonder HIR
€ 200.000 -/- € 20.000 / 5 = € 36.000
Jaarlijkse afschrijving met HIR
€ 200.000 -/- € 20.000 -/- € 50.000 /5 = € 26.000

 

Wat scheelt dat nu?
In het hiervoor genoemde voorbeeld hoeft u bij verkoop van de oude vrachtauto geen belasting te betalen over de boekwinst van € 50.000. U kunt over de nieuwe vrachtauto daardoor wel vijf jaar lang € 10.000 = € 50.000 minder afschrijven. Bij een gelijkblijvend belastingtarief geniet u alleen een rente- en liquiditeitsvoordeel.

Tip.   Gaan de belastingtarieven echter dalen, dan geniet u een extra tariefsvoordeel.

Tariefsvoordeel voor BV en niet-BV
Jazeker, als de plannen (Prinsjesdag) doorgaan, daalt in 2021 zowel het tarief van de eerste schijf in box 1 in de inkomstenbelasting als dat van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting. Of het tarief in de tweede schijf van de vennootschapsbelasting ook daalt, is weliswaar twijfelachtig geworden. Toch betekenen de plannen dat ondernemers hierdoor over de boekwinst minder belasting betalen, in de inkomstenbelasting 0,25% en in de vennootschapsbelasting 1,5%. Toch mooi meegenomen.

HIR maximaal drie jaar.
Van belang is verder dat u de HIR in beginsel drie jaar mag reserveren. Daarna moet u de HIR afboeken op een nieuw bedrijfsmiddel. Let op.  Koopt u dat niet, dan wordt de HIR opgeheven en toegevoegd aan de winst. U betaalt dan alsnog belasting, maar geniet ook dan nog steeds van het rente-, liquiditeits- en tariefsvoordeel.

Vervangingsvoornemen is een harde eis.

Voor het vormen van een HIR is wel vereist dat u aannemelijk maakt dat u een voornemen heeft tot herinvesteren. Dat u achteraf gezien toch maar van dit voornemen afziet, bijv. vanwege de coronacrisis, is niet van belang.

Let op.  Op het moment van reserveren, moet het voornemen bestaan en zodra het niet meer bestaat, valt de HIR in de winst. Dat u van plan bent te herinvesteren kan bijv. blijken uit het opvragen van offertes en uit besprekingen met leveranciers.

De herinvesteringsreserve biedt vanwege de dalende tarieven een tariefsvoordeel, naast een rente- en liquiditeitsvoordeel. Vorm dus een HIR als u een vervangingsvoornemen heeft. Zorg er wel voor dat u dit voornemen aannemelijk kunt maken.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-4550935.